afbeelding in bewerking

 

 

> Trivia Selene

> Slaap - Selene

> Offer - Misenus

* In litore - Cumae

> Olentis averni - Afgrond

> Van fabel naar parabel (v)

 

> Hekate Trivia

> Hekalene

> menu

 

 

 


 

In litore - Cumae

 

 

 

 

Algemeen is men het er over eens dat de plek in Italië waar de Trojanen zijn geland vlak bij het oude Cumae ligt. (*6) Van daaruit zijn het ‘slechts luttele schreden’ om bij de tempel van Apollo en de grot van de Sibille Deiphobe te komen. De kuststreek van Cumae was in die tijd, net als nu, schitterend en afschrikwekkend tegelijk vanwege de vele vulkanische verschijnselen in het gebied en de gevolgen daarvan op het landschap, zij het dat het afschrikwekkende in onze tijd vooral de infrastructuur betreft, die de natuurlijke schittering in negatieve zin mateloos weet te overstemmen.
Op het strand van Cumae staat een berg, die de naam Rocca of Monte di Cuma draagt. Er zijn resten van muren en zuilen op het hoogste punt van de berg, die tot de gouden Apollotempel waar Virgilius van spreekt behoord schijnen te hebben. De grot van de Sibille was in dezelfde rots als de tempel van Apollo uitgehouwen. De weg van het strand naar tempel en grot liep door een bos dat aan Hekate als Trivia was gewijd (6.13).
De rotskusten van Italië hebben veel grotten, holen en kloven, vooral in de omstreken van Napels. Zij zouden door aanhoudend golfgeklots en aardbevingen zijn ontstaan, maar ook door menselijke ingrepen. Om licht en lucht te krijgen waren op sommige plaatsen openingen en horizontale en verticale gangen in de rotswand gemaakt, die tijdens oorlogen ook als schuilplaats en als uitvalsbasis gebruikt konden worden.
In het binnenste van het verblijf van de Sibille was een soort van tempeltje uitgehouwen, waar de priesteres van Apollo en Hekate haar ‘godspraken’ verkondigde. (In mijn dagdroom verschijnt het verblijf van de Sibille steeds in de vorm van een halfgrot in de rotswand naast de tempel.) Dit gedeelte was met deuren afgesloten. Eerst nadat de bezoeker, in dit geval Aeneas, aan de bevelen van Deiphobe heeft voldaan, springen de deuren open. De Sibille, intussen in trance, laat vanuit deze geheime plaats haar woorden ‘door honderd gangen galmen’ (6.81). Heden ten dage zijn de horizontale gangen over het algemeen beter bewaard gebleven dan de verticale. Wanneer men de grot binnengaat, vindt men de resten van het tempeltje (penetrale) van de Sibille, op een plek waarop een aantal gangen samenkomen.
Wanneer de Trojanen in Italië bij Cumae zijn gearriveerd, begeeft Aeneas zich naar de Apollotempel om de Sibille te raadplegen. Vol bewondering bekijkt hij de gouden panelen van de tempeldeuren tot hij door de Sibille de tempel in wordt geroepen. De deurpanelen bevatten afbeeldingen van Daedalos, de Minotauros en het Labyrinth. Volgens Williams (6.01f) symboliseert het labyrinth de mysterieuze paden van de onderwereld, die door Aeneas, al dan niet gedroomd, bezocht gaat worden. Vaak ook is het labyrinth een visueel symbool van de dood.
De Sibille gaat in haar grot in trance en beveelt Aeneas bepaalde geloften te doen. Op zijn verzoek om tot de onderwereld te worden toegelaten, reageert de Sibille met het stellen van twee voorwaarden. Het bemachtigen van ‘de gouden tak’, die nodig is om de onderwereld levend binnen te kunnen gaan en er ook weer levend uit terug te keren. (*7)  En hij moet het dode lichaam van een van zijn tochtgenoten begraven, dat op het strand ligt en, ook al heeft Aeneas daar geen weet van, een smet werpt op zijn onderneming.
Terug op het strand treffen de Trojanen ‘oneervol uitgestrekt’ (6.163) het lichaam van Misenus aan, en niet dat van Palinurus, hetgeen voor hun vanwege zijn raadselachtige verdwijning eerder voor de hand had gelegen. Aeneas maakt aanstalten voor de begrafenisrituelen. Tijdens het verzamelen van het brandhout in het onmetelijke bos (het bos van Hekate) wijst een duivenpaar, vogels die aan Aeneas' moeder Aphrodite zijn gewijd, hem de weg naar de gouden tak aan de rand van het Avernusmeer. Aeneas brengt de tak naar de Sibille en gaat terug naar het strand, waar zijn tochtgenoten doorgegaan zijn met de rituelen rond het dode lichaam van Misenus. Wanneer die - tegen de avond - voltooid zijn, werpen Aeneas en zijn tochtgenoten bij de berg die nu naar de trompetter heet (Capo Miseno) een grafterp voor hem op.


Langzaam nadert het einde van de dag, waarop Palinurus heimelijk op het vallen van de avond wachten moest en getuige is geweest van de landing en verdere beslommeringen op die dag van zijn voormalige aanvoerder en tochtgenoten. Aanvankelijk leek het erop dat het raadplegen van de Sibille Palinurus niet was vergund, maar Helikons Muze heeft mij onthuld, dat dit wel het geval is geweest, maar dat de bladeren waarop de Sibille haar spreuken schreef in zijn geval door elkaar zijn geraakt (*8), waardoor de voorspellingen die zij aan hem heeft gedaan in wanorde zijn geraakt en dat wat hem te wachten staat dus anders dan voorspeld zal verlopen... Nog even en Palinurus zal zijn vlot, dat hij aan de rand van het bos van Hekate verborgen heeft en in stilte onder bescherming van de duisternis opgekalefaterd heeft naar de branding slepen. Om zodra dat kan en de duisternis enigszins geweken is er opnieuw onopgemerkt vandoor te gaan. Dit keer in zuidelijke richting.

 

> home - > Hekate Trivia - > Trivia Selene - > 1 > 2 > 3 > 4 > 5 - > Hekalene - > menu