* Ipsa canas - zing zelf

 

> Korte inhoud

 

> Rolverdeling

 

> Libretto

> hoofdmotieven van het libretto

> libretto als vertelling

 

> De gouden tak

 

 

< home

 

 


 

Ipsa canas - zing zelf

 

 

 

 

LEESOPERA. De k van Skylla is een leesopera - een muziek-theatraal werk dat te vergelijken is met wat in het Engels een 'closet drama' en in het Nederlands een 'leesdrama' wordt genoemd en in eerste instantie dus gelezen moet worden. En wel zo dat de lezer met zijn voorstellingsvermogen, en in dit geval ook met zijn innerlijk gehoor, het drama in zijn hoofd opgevoerd ziet worden. Je kunt ook zeggen: De k van Skylla is een conceptuele opera: een werk dat een voorstelling van een voorstelling wil zijn, of nog anders gezegd: een uitbeelding in woord en beeld van een gedachte vertoning dan wel opvoering. Wel is het zo dat het idee ‘voorstelling van een voorstelling’ niet alleen als ‘dat wat voor de geest staat’, of als ‘uitbeelding, afbeelding’ of als ‘het vertonen, vertoning' moet worden opgevat; voorstelling betekent ook ‘denkbeeld omtrent iets dat men bij anderen doet ontstaan’ (Van Dale). En zo is deze fantasie als voorstelling dan ook bedoeld: als materiaal dat wordt aangedragen om de lezer ertoe aan te zetten zich een eigen uitbeelding en vertoning voor de geest te halen. Aeneis 6.76: ‘ipsa canas oro’ (‘ik vraag u: zing zelf’).

PLATONISCH. Een paar opmerkingen over het gebruik van het adjectief platonisch in de ondertitel van de leesopera teneinde voor de hand liggende misverstanden te voorkomen. Dit adjectief is vooral bekend in de woordcombinatie ‘platonische liefde’, als ‘liefde zonder zinnelijk element’ (Van Dale). In de ondertitel wordt het adjectief in de betekenis die het in de woordcombinatie ‘platonische wensen’ heeft gebruikt, als ‘wensen waarvan men niet verwacht dat ze vervuld kunnen worden’ (id.). Dit betekent echter niet dat de connotatie die het woord in combinatie met het woord liefde heeft buiten beschouwing gelaten moet worden. Zeker niet in relatie tot de tussentitel LHOOQ van het project, die aan een werk van Marcel Duchamp is ontleend en best wel zinnelijk genoemd mag worden. (Zie ‘Over het project’ in de appendix.)
De woordcombinatie ‘platonische liefde’ heeft in het algemeen een alles overstijgende en brave gevoelswaarde. Een hoge mate van waardigheid, verhevenheid, zuiverheid enzovoort - maar is dat wel terecht? Is het niet eerder zo dat er sprake is van een geforceerde sublimatie van het onderdrukken van wel degelijk aanwezige ‘zinnelijke elementen’, hetzij van één kant of van beide kanten, om wat voor reden dan ook? Wat zinnelijkheid betreft heeft het adjectief platonisch in combinatie met de liefde onomstotelijk dezelfde connotatie als bij platonische wensen: zinnelijke wensen die noodgedwongen niet in vervulling gaan. Kortom, de ondertitel ‘een platonische fantasie’ moet op één lijn met dat LHOOQ worden gezien en niet al te braaf opgevat worden.

HET WERK. Dit derde deel, Het werk als vertelling, bestaat uit een aantal hoofdstukken die tezamen de voorstelling van De k van Skylla als leesopera willen afronden. Eerst is er, wat in een programmaboekje gebruikelijk is, een korte inhoud van het verhaal, in dit geval in de vorm van drie cruciale passages uit de Aeneis, gevolgd door de rolverdeling van zowel de solisten als de leden van het koor en de figuranten. Aan het libretto wordt sub rosa gewerkt, dat wil zeggen 'in het geheim' - buiten boek en website om. Het libretto hier bevat alleen een samenvatting van de hoofdpunten van de fabel van de fantasie en een iets meer uitgewerkte versie van de korte inhoud als vertelling.
Het project De k van Skylla is, met onderbrekingen, gedurende zeven jaar in ontwikkeling geweest en het is de vraag of het project ooit voltooid en als ‘echte’ voorstelling opgevoerd zal worden. Dit hangt niet alleen af van factoren die hier en daar al zijn genoemd. Vanaf een zeker moment is de bedenker van dit project de platonische fantasie meer als een péché de vieillesse gaan zien en het ziet er niet naar uit dat daar nog verandering in zal komen. Daar komt ook bij dat bij een werk waarin diverse vormen van hybris centraal zijn komen te staan, de bedenker extra behoedzaam moet zijn om niet buiten de grenzen van zijn kunnen te treden. (Vandaar ook de aansporing ipsa canas oro van zojuist: ik vraag u, zing zelf.)
Zijn de ambities waarmee dit project begon daarmee overboord gezet? Is de leesopera dan toch in de betekenis die ‘closet drama’ ook heeft, een ‘onuitvoerbare’ opera geworden? Op het eerste gezicht misschien wel. Maar vanuit het besef dat de tegenstelling tussen een opvoeringsgericht dramatisch werk en een dramatisch werk om te lezen dankzij technische vooruitgang en veranderingen in de manier waarop naar theater gekeken wordt tegenwoordig zeer relatief geworden is: de tijd zal het leren.

 

> home - > ten geleide - > korte inhoud - > rolverdeling - > hoofdmotieven - > vertelling - > gouden tak - > menu